Overdenking 2025 KC03 - De genezing van Naäman
In de komende kliederkerk gaat het over de genezing van Naäman.
Dat ‘kliederen’ moet u ruim zien. Tijdens een kliederkerk verkennen we een Bijbelverhaal op creatieve wijze. Dat kan ‘al kliederend’ (verven, tekenen, knutselen), maar ook met spellen, opdrachten, gebedsvormen en/of de verbeelding van het Bijbelverhaal. Met al onze zintuigen ontdekken we zo de boodschap.
In de voorbereiding van zo’n dienst bespreken we met de voorbereidingsgroep altijd de Bijbeltekst. Wat staat er eigenlijk? Waar gaat het over? En als u 2 Koningen 5 leest (pak nu gerust even uw Bijbel erbij om dit prachtige verhaal te lezen) dan valt op dat het een heel dynamisch verhaal is. Er verschijnen in korte tijd wel 8 verschillende personen op het toneel. Er gebeurt zoveel, dat wanneer je het verhaal niet (zo goed) kent je het misschien nog wel een paar keer moet lezen om te begrijpen waar het over gaat.
Twee opvallende ‘rollen’ zijn weggelegd voor een dienstmeisje en een dienstknecht. Wat zegt ons dat?
-------------------------------------
Als eerste is er een jonge, Israëlitische slavin. Dit meisje diende bij de vrouw van Naäman en was op één van de strooptochten in Israël door de Arameeërs buit gemaakt. Het was dus een meisje dat tegen haar wil vastgehouden werd. Zij leefde in het hol van de leeuw. Het huishouden waarin zij moest werken was van degene die al die ellende op zijn geweten had. Want Naäman was de bevelhebber van dat leger.
Hoe moet dat voor dit meisje geweest zijn? Ze leefde in een vreemd land, onvrij, rechteloos. Wist ze wat er van haar familie terecht was gekomen? Leefden zij nog of was ze door de oorlog wees geworden? We hadden het begrepen als dit meisje vol haat had gezeten. We hadden het begrepen als zij de kantjes ervan af zou lopen. We zouden het begrijpen als ze haar meester in zijn eigen sop gaar zou laten koken. Melaats? Net goed!
Maar we lezen iets heel anders. Dit meisje heeft ondanks alles het goede voor met haar meester. Ze gelooft dat een profeet van haar Heer genezing zou kunnen brengen. En dat denkt ze niet alleen: ze zegt het ook. In wat zij doet laat zij iets zien van de liefde van God.
Als Naäman vervolgens bij de profeet Elisa komt krijgt hij een heel eenvoudige opdracht. “Baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw huid weer gezond worden en zult u weer rein zijn.” (2 Kon. 5:10) Naäman vindt de opdracht zó eenvoudig, dat hij er kwaad om wordt. Wat een onzin om voor zo’n onbenullige opdracht zo’n lange reis te maken. Hij had ook dichterbij huis wel een rivier op kunnen zoeken! Wat een teleurstelling dat de profeet zelf niet naar buiten is gekomen! Wat nietszeggend is het ook allemaal: de naam van God is niet eens aangeroepen, de profeet heeft Naäman niet eens aangeraakt. Op dit moment zien we Naäman voor ons als een stampvoetend kind.
Dan verschijnen de dienstknechten van Naäman op het toneel. Zij halen hem over. Doe het nu toch maar. Zij brengen wat relativeringsvermogen mee. Als de profeet iets heel ingewikkelds had opgedragen dat u het toch ook gedaan? Dus misschien moet u het toch maar doen. Baat het niet, schaadt het niet…
Het wonderlijke in dit verhaal is dat Gods plan voltrokken wordt door de inschakeling van een dienstmeisje en een paar dienstknechten. Maar misschien is het nog wel verbazingwekkender dat Naäman tot twee keer toe ook luistert naar hen. Want wat stelt zo’n slavin nu eigenlijk voor? En hoe halen de dienstknechten het in hun hoofd om hun meester tegen te spreken?
Zo zien we in een oudtestamentisch verhaal al hoe Gods koninkrijk eruit ziet. Het goede nieuws blijkt voor iedereen te zijn: door Israël worden alle volken gezegend. Het zijn degenen die achter worden gesteld die voorop blijken te gaan. Gods koninkrijk is de wereld omgekeerd, maar pas als we zelf kiezen om te gaan door het water van genade heen zullen we het zien.
Ds. Barbara Broeren